Weet U van de Weta? - Reisverslag uit Coromandel, Nieuw Zeeland van Johan en Annet - WaarBenJij.nu Weet U van de Weta? - Reisverslag uit Coromandel, Nieuw Zeeland van Johan en Annet - WaarBenJij.nu

Weet U van de Weta?

Door: Johan

Blijf op de hoogte en volg Johan en Annet

30 Januari 2014 | Nieuw Zeeland, Coromandel

Vandaag staan de Wairere Falls op het programma. Met 153 meter de hoogste waterval van het noordereiland. We parkeren het busje op een klein parkeerplaatsje bij het bord 'Wairere Falls'. Op dat bord wordt gewaarschuwd dat je vooral je auto goed op slot moet doen. Onder het bord hangt een kleiner, totaal ongeloofwaardig, bordje met 'Security camera operating'. Bij een grote struik met oranje besjes die niet in Johans boekje staan en ook niet lekker zijn, scharrelt een nogal fluffy haan.
De wandeling gaat door het bos, waar cicades volop herrie maken. Aan het eind van wandeling moeten we met een trap een flink stuk omhoog, maar dan hebben we uitzicht op de Falls. We maken een foto, blazen even uit en lopen dan de trap en het bospad weer af.
Tevreden over deze ochtendgymnastiek rijden we weer verder. De - ditmaal gele - gelatinepudding die Johan gisterenavond gemaakt heeft, stond tijdens de wandeling in het busje en is door de warmte veranderd in citroenlimonade met klodderige stukjes gelatine.

We rijden naar de Broken Hills Mine in Puketui Valley. Daar is een DOC camping, waar we het busje alvast neerzetten. Vervolgens beginnen we aan een drie uur durende wandeling, die als het goed is door meerdere oude mijntunnels zal gaan. Omdat de langste van de tunnels 500 meter is, nemen we allebei een zaklampje mee. Ook zal het koud zijn in die tunnel, dus een trui wordt ook aangeraden.
Het eerste stuk van de wandeling gaat flink op en neer, dus binnen de kortste keren zweten we allebei. Deze wandeling is kennelijk niet populair, want regelmatig is het pad half overgroeid met varens en andere struiken. Andere wandelaars zijn er ook niet.
Dan verschijnt de eerste tunnel. Die is maar een meter of 10 lang en je kijkt er zo doorheen. Toch is het aardig donker in de tunnel, dus Johan, die voorop loopt, zet toch zijn zaklampje aan. De tunnel is maar ongeveer 1.70m hoog, dus vooral Johan moet flink gebukt lopen, om niet tegen het tunnelplafond te komen met zijn hoofd.
Als we al een meter of 2 à 3 de tunnel in zijn, ziet Johan op het tunnelplafond iets bewegen. Het lijkt een scene uit de film Arachnofobia: in het schijnsel van zijn zaklamp ziet hij een wirwar van forse, wriemelende, sprieterige spinnenpoten aan enorme spinnenlijven en hij deinst instinctief een halve meter achteruit, terwijl hij iets lelijks roept. Tegen Annet aan, die het horrortafereel nog niet gezien had.
Toch klopt er iets niet, want zulke grote spinnen zouden er in Nieuw Zeeland helemaal niet moeten zijn, weten we. Als we nog eens goed kijken, zien we dat het 'giant wetas' zijn. Reuzenkrekels. De één nog groter dan de ander. Hun lijven zijn maar een paar centimeter lang, maar hun achterpoten zijn buitenproportioneel lang, soms wel meer dan tien centimeter, en het felle zaklamplicht geeft duidelijk afgetekende pikzwarte schaduwen, wat het aantal poten ogenschijnlijk verdubbelt. Hun eveneens buitenproportioneel lange, wiebelige antennes maken het ook niet beter.
Als we nog wat verder de tunnel inschijnen, zien we dat ze ook daar aan het plafond zitten. Annet trekt meteen de logische conclusie dat ze dus ook weleens recht boven ons hoofd zouden kunnen zitten. Voorzichtig schijnen we boven ons. Ook daar zitten ze ons stilletjes aan te kijken. Annet duwt Johan zowat door het resterende stuk tunnel heel.
Nog geen 10 meter verder begint echter meteen weer een tunnel, waar we toch ook doorheen zullen moeten, als we de wandeling af willen maken. Dit keer blijven we maar even niet stil staan en met onze hoeden op - beter eentje op je hoed dan rechtstreeks op je hoofd - lopen we gebukt vlot door de tunnel, die inderdaad ook volzit met de curieuze insecten.
We weten vrij zeker dat weta's niet gevaarlijk zijn, maar er hoeft er maar eentje in paniek zijn grip te verliezen, of hij valt naar beneden. En ook ongevaarlijke beesten kunnen soms nog gemeen hard bijten.
Bekomen van de schrik vervolgen we onze wandeling. Eigenlijk vinden we het toch ook wel heel leuk dat we dit insect in het echt gezien hebben. Veel beesten krijg je hier alleen maar te zien als je ze gaat bekijken in hun hokje in de dierentuin. Maar Annet bekijkt een beest als dit toch liever veilig vanachter glas of vanaf een afstandje. We snappen nu in ieder geval wel waar de naam 'Weta cave' vandaan komt.

We lopen weer een stuk door het bos en dan verschijnt het zwarte gat dat de ingang van de grote tunnel is. Met zaklampjes weer aan lopen we de tunnel in, terwijl we vooral omhoog schijnen. Gelukkig is deze tunnel wat hoger en zitten de giant weta's alleen maar vlak bij de ingang. Tien meter verderop zitten geen weta's meer. We hebben het goed warm gekregen van het wandelen en in de tunnel is heerlijk koel. We balen een beetje dat we allebei een trui in onze tassen hebben meegezeuld. Die is totaal onnodig.
Overal drupt water vanaf het tunnelplafond naar beneden en de wanden en de bodem zijn modderig. Johan merkt tijdens het praten dat de tunnel bij een bepaalde toonhoogte prachtig resoneert. Annet wordt vervolgens horendol van Johan, die als een soort menselijke didgeridoo door de rest van de tunnel zoemt. We proberen ons voor te stellen hoe het geklonken moet hebben voor iemand die vanaf de andere kant de tunnel in zou lopen, maar helaas hebben we niemand de stuipen op het lijf kunnen jagen.
Eenmaal uit de koele tunnel gaat het pad weer flink omhoog en binnen de kortste keren zweten we allebei weer behoorlijk. We lopen nog even naar een uitzichtpunt, genieten van het uitzicht, en dalen dan weer af richting de camping. Annet koelt even af in de rivier en dan maken maken we champignonsoep, die we aanvullen met een tijdens de wandeling gevonden dennenboleet. De soep smaakt prima.

De volgende dag is het wederom prachtig zonnig weer en willen we nog even een klein wandelingetje naar een 'battery' doen. Behalve een ding om energie op te slaan is een battery ook de benaming voor een soort stampmachine, waarmee gouderts geplet werd, zodat daarna het goud opgelost kon worden in cyanide of kwik.
We doen eerst de Creek Loop wandeling die langs een soort in de rotsen uitgehouwen cel zou moeten voeren. Die wandeling is maar 5 minuten, en al snel zien we de cel. In de cel lijkt een menselijk skelet op het bankje te liggen, compleet met bril, mijnwerkershelm en schoenen. Bij nader inzien blijken de botten echter niet bepaald menselijk. Ook ontbreken er nogal wat van de ene soort en liggen er teveel van de andere. Het zijn waarschijnlijk koeienbotten.
In de cel is het nogal donker en rijkelijk laat beseffen we, dat hier ook weleens 'giant weta's' zouden kunnen zitten. Tot nu toe hadden we alleen oog voor de neergelegde botten. Johan schijnt voorzichtig in de rondte en inderdaad, precies boven de vrij lage ingang zit een weta die nog groter is dan alle andere giant weta's die we tot nu toe gezien hebben. De sprieten en achterpoten zijn zo buitensporig lang, dat het beestje in totaal wel tegen de 30 cm aan zit.
Johan wil een foto maken, waarbij hij zijn hand redelijk dichtbij de weta houdt, zodat je een referentiekader hebt, waaraan je kunt zien hoe groot het beest nou eigenlijk werkelijk is. Het is echter zo donker, dat het licht van het zaklampje daarbij onontbeerlijk is. Annet moet dus het zaklampje vasthouden, terwijl Johan voorzichtig met zijn hand in de buurt van de monsterlijke weta komt en met zijn andere hand probeert een goede foto te maken. Tot dat moment zaten de weta's doorstil, maar dan komt Johan iets te dicht bij de sprieten van een andere weta, die nog boven de grote weta zit, naar de zin van de bovenste weta, die daarop besluit zichzelf een stukje te verplaatsen. Annet besluit daarop zichzelf ook een stukje te verplaatsen, naar buiten de cel en weg van de weta's. Helaas neemt ze daarbij het zaklampje ook mee en laat Johan in het duister achter, met de monsterlijke weta op nog geen halve meter naast hem. Johan vraagt Annet daarop vriendelijk doch dringend om tenminste het lampje weer even terug te geven. De foto-met-hand is er nooit gekomen helaas.

We lopen een stukje verder, naar de battery, maar daar blijkt niet zoveel aan te zien. Er steken wat roestige stukken ijzer uit stukken beton tussen de struiken, maar er staat verder geen bordje bij dat iets uitlegt over hoe het werkte, of ook maar hoe het eruit zag.
Wij gaan maar weer naar ons busje en rijden weer een stukje. We rijden naar Hot Water Beach, dat zijn naam dankt aan een heet water bron onder het strand. Op het strand zitten honderden mensen, die in de buurt van de bron een kuil gegraven hebben en daarin zitten. Via een provisorisch gegraven geultje laten ze het hete bronwater in hun kuil stromen, waarna ze lekker in hun kuil kunnen poedelen. Dit werkt alleen als het eb is, want anders heb je alleen maar koud zeewater.
Als Duitsers in Zandvoort zo fanatiek beginnen ook wij een kuil te graven. Vrijwel meteen bieden onze Aziatische buren ons hun gehuurde schep aan, die wij dankbaar accepteren. Binnen de korste keren hebben we een redelijke kuil en zodra we een zijtakje graven aan de heet water stroom, vult ook onze kuil zich met heet water.
Af en toe wordt de temperatuur van onze kuil wat te hoog en bouwen we even een dijkje, dat we een poosje later weer doorbreken, als het water weer wat frisjes wordt. Op een gegeven moment gaan onze Aziatische buren weer weg en wordt hun kuil meteen in gebruik genomen door twee Nieuw-Zeelanders. Die vinden de temperatuur in hun kuil wat te laag en bouwen daarom een dijkje in de heet water geul, zodat het hete water hun kuil instroomt. Ze hebben echter niet door dat ze daarmee onze heet water aanvoer compleet afgesloten hebben. Wij besluiten daarop dat we ook eigenlijk wel weer genoeg gepoedeld hebben en gaan weer richting ons busje.

We rijden naar Cathedral Cove, dat een prachtige rotsformatie zou zijn op een strand. We kunnen echter in de wijde omtrek geen parkeerplek vinden door de drukte en besluiten daarom Cathedral Cove maar even over te slaan. Op weg naar deze Cove zagen we een bordje 'Macadamia Orchard'. Eerder waren we ook al bij een macadamia boomgaard en Johan at daar geroosterde macadamianoten en Annet macadamia-ijs met honing. Johan heeft wel zin in nog wat noten en Annet zou wel een ijsje lusten, dus we rijden - over weer een gravelroad - naar de kwekerij. De man bij de kwekerij - een geëmigreerde Amerikaan - vertelt enthousiast over de bomen en over de verschillende macadamiaproducten die ze verkopen. Ook laat hij ons vanalles proeven. Simpele, geroosterde en gezouten macadamianoten verkopen ze daar echter niet. Alleen grotere hoeveelheden die je zelf nog moet roosteren en zouten. En goedkoop zijn ze ook al niet. Macadamianoten hebben hun oorsprong in het noorden van Australië, wat al een stuk dichter bij Nieuw-Zeeland ligt dan Nederland, maar ze groeien dus ook prima in Nieuw Zeeland zelf. En toch zijn de macadamianoten in Nederland op de markt goedkoper dan waar dan ook in Nieuw Zeeland. Waar je in Nederland voor zo'n 3 Euro per 100 g macadamianoten hebt, betaal je in Nieuw Zeeland overal ongeveer $7 per 100 gram. Meer dan 4.5 Euro dus. Ook op de kwekerij zelf. Johan snapt daar niets van en vermoedt een complot. We kopen wat gastronomische macadamiaproducten en ieder een klein bakje ijs, wat we, na een kleine wandeling over het terrein, daar ter plekke opeten.

Cook's Beach zou een mooi strand moeten zijn, dus daar gaan we even kijken. Het is inderdaad een mooi strand. Het zand is lekker aan je voeten en het strand loopt heel geleidelijk af de zee in. We lopen een kilometertje de ene kant en dan weer terug. Voor zwemmen is het water te koud, vindt zelfs Annet.
Via een smalle, slingerende gravelroad door het oerwoud rijden we naar Coromandel, waar we een camping willen zoeken. Eentje met douche, want sinds Hot Water Beach zitten we onder het zand en zout. De ene camping is echter veel te duur en de andere, een veldje bij een hotel, heeft weer geen douche beschikbaar voor kampeerders.
Coromandel heeft een aantal aardige restaurants en omdat het nog wel een paar uur licht blijft, gaan we eerst eten. Annet neemt een gerecht met haloumi en geroosterde groente, Johan neemt lamsvlees, dat exact dezelfde geroosterde groente blijkt te hebben. Ons maakt dat niet uit, want het smaakt prima, maar mensen die twee keer achter elkaar in dat restaurant zouden gaan eten, zouden het eten snel saai vinden.
We laten de serveerster een foto van de weta's zien. Ze zegt dat dat inderdaad een giant weta is. 'They are harmless, but disgusting. They can bite, though. My uncle got bitten by one.' Goed om te weten.
Na het eten rijden we nog een stukje, op zoek naar een leukere camping dan degenen in Coromandel. Het eerste stuk van de rit staat de zon heel laag, wat enerzijds tot schilderachtige uitzichten leidt, maar anderzijds soms ons bijna al het zicht ontneemt, omdat de voorruit wat stoffig is. Niet veel later verdwijnt de zon achter de wolken en begint het langzaam steeds schemeriger te worden. Johan rijdt en vermaakt zich prima met de slingerende weg vlak langs de zee. Maar nog altijd geen camping te bekennen. We denken al na over het risico van ons busje gewoon achter een boom parkeren. Dat kan natuurlijk makkelijk, maar het mag niet. De kans dat je een boete krijgt, is dan misschien wel vrijwel nihil, maar de boete is meteen $200.
Weer een paar kilometer verder rijden de het dorpje Tapu binnen. Daar staat een bord 'Tapu Creek campground, linksaf, 2.5 km'. Dat klinkt goed en 2.5 km verderop rijden we het terrein van de camping op. De camping ziet er knus uit, is niet druk en blijkt maar $16 pp te kosten. Dit is precies waar we naar op zoek waren. We mogen een plekje uitzoeken en dan kunnen we bij de campingmevrouw komen betalen. Het is zo goed als donker als we het busje parkeren en Johan loopt naar het brandende vuurtje, waar omheen mensen marshmellows aan het roosteren zijn. Daar is ook de campingmevrouw. Johan betaalt en krijgt daarop meteen een 'complementary' zakje marshmellows. Deze camping is helemaal goedgekeurd.
Annet is moe, roostert een paar marshmellows, gaat even snel douchen en dan slapen. Johan roostert het meerendeel van de marshmellows en kletst nog wat met de andere campinggasten. Twee Duitsers verruilen al snel de marshmellows voor een snel in elkaar geknutseld brooddeegje.
Niet al te laat zit er niemand meer bij het vuur en gaat ook Johan nog even douchen en slapen.

  • 04 Februari 2014 - 11:48

    Ernst:

    Weer een mooi verhaal, vol met enge beesten ditmaal. Bij de Hot Water Beach ben je duidelijk niet alleen. Had niet verwacht dat er zoveel toerisme in N.Z. zou zijn.
    Lees tot mijn genoegen dat jullie nu een aantal dagen mooi weer hebben.
    Nog veel plezier.

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Verslag uit: Nieuw Zeeland, Coromandel

Nieuw Zeeland

Rondreis door Nieuw Zeeland

Recente Reisverslagen:

09 Februari 2014

Nog verder noordwaarts

05 Februari 2014

Noordwaarts

30 Januari 2014

Weet U van de Weta?

28 Januari 2014

De witter dan witte geiser

25 Januari 2014

East Side Story
Johan en Annet

Actief sinds 04 Dec. 2013
Verslag gelezen: 380
Totaal aantal bezoekers 26819

Voorgaande reizen:

08 December 2013 - 09 Februari 2014

Nieuw Zeeland

Landen bezocht: